In het weekend van 3 juli 2009 werd de tweede editie van Amsterdam Parijs verreden. Met 12 deelnemende teams en perfecte weersomstandigheden wat ons betreft een groot succes, al werd het parcoursrecord van vorig jaar niet gebroken.
We hopen jullie allen volgend jaar weer te mogen verwelkomen!
UITSLAG 2009:
Team | Vereniging | Tijd | |
---|---|---|---|
1 | Joris van Berkel en Teun Veken | Domrenner | 22h 50m |
2 | Thomas Bell en Billy van den Ende | SKITS/Dutch Mountains | 24h 50m |
3 | Nard van der Sanden en André Boon | ESSV Isis | 26h 25m |
4 | Eelco Weijmans en Fons Huisman | SKITS | 29h 05m |
5 | Linda Groenveld en Petra Stranger | Domrenner | 30h 30m |
6 | Tim Faarts | [-] | 32h 35m |
7 | Johan Hendriks en Rens Verhoeven | SKITS | 34h 00m |
8 | Niels Vlieland | [-] | 36h 05m |
9 | Teun Lamers en Ries van der Sanden | Mercurius | 47h 00m |
10 | Luuc Rutgers en Debbie Ammerlaan | WTOS | 48h 00m |
Menda Buitenwerf en Martijn de Groot | Domrenner | DNQ | |
Jolien Jansen en Ruben Opgelder | Domrenner | DNF |
VERSLAGEN 2009:
Het verslag van Billy en Thomas
In de aanloop naar Amsterdam-Parijs 2010 laten we de verhalen van de voorgaande edities nog een maal de revue passeren. Hier het verhaal van Billy en Thomas uit 2009, geschreven door Thomas Bell.
3 juli stonden Billy en ik aan de start van Amsterdam-Parijs. Een wedstrijd over ongeveer 500 kilometer. Waarbij je in koppels zo snel mogelijk van het Museumplein naar de Eiffeltoren moet komen. Er is een regel, stayeren is niet toegestaan.
Na afloop van een donderdagavond SVU training ergens in april, volgde het gebruikelijke rijtje huishoudelijke mededelingen. Daarin werd door Eelco verteld over een wedstrijd die van Amsterdam naar Parijs zou gaan en dat non-stop. Terug van de training bezocht ik snel de website. De verhalen en filmpjes spraken voor zich, op de fiets van Amsterdam naar Parijs is heldhaftig, heroïsch en gekkenwerk. Echter, het zou toch wat zijn om een filmpje te hebben met daarin een groenwitte Donker & Wit Hoveniers tandem die door het oneindige Noord-Franse landschap dendert.
Nu alleen nog een koppelmaat. Fietsen schijnt vooral een mentale sport te zijn, hoe dit precies zit weet ik niet, want het doet doorgaans alleen lichamelijk zeer. Er was één iemand waarvan ik wist dat hij het lichamelijk aan zou kunnen en ook nog eens mij mentaal op sleeptouw zou kunnen nemen. Oud-dorpsgenoot en goede vriend Billy, die nu in Maastricht studeert en zijn trainingen afwerkt in en bij de Dutch Mountains, de Maastrichtse equivalent van SKITS. Billy’s eerste reactie was: “Als we het doen, dan moeten we het goed doen.”
Hier was ik het volkomen mee eens. Er waren een paar belangrijke punten, de route, fiets- rust verhouding en voeding. De route daar hadden we de Garmin voor. Punt voor punt heeft Billy de track uitgestippeld, op de kop af 500 kilometer, dit moest hem worden. Voor de strategie werd informatie ingewonnen bij een wetenschapper van de Universiteit van Maastricht. Nu wisten we hoeveel we moesten drinken en hoe vaak we zouden stoppen, echter hadden we nog iemand voor de catering nodig. Onze vriend Nicholas, vertolkte in het verleden al eens met verve de rol van ploegleider in de Meertour en schuwt als beroepschauffeur ook niet de kilometers achter het stuur. Om hem bij de les te houden mocht zijn vriendin Anja mee als tweede ploegleider.
De ploeg was compleet. Op de dag van vertrek werd nog een pastasalade gemaakt, als ultieme brandstof voor onderweg. Op naar het Museumplein. De spanning steeg, veel fans en SKITSers stonden klaar om ons uit te zwaaien. Als best gesoigneerde duo trokken wij veel bekijks, één van de deelnemers merkte opeens op, dat wij wel erg weinig spullen bij ons hadden voor een rit naar Parijs. Toen was er geen ontkomen meer aan en kregen wij de favorietenrol in onze schoenen geschoven. De opgetrommelde media wilde opeens alles van ons weten, “met hoeveel uur gaan jullie het record verbreken?” was een veelgehoorde vraag. Dit was zeker niet de bedoeling, als debutanten op een dergelijke afstand en zonder parcourskennis was uitrijden en een mooie prestatie neerzetten ons hoofddoel. Gelukkig was het snel twaalf uur, een absolute climax was aanstaande, echter het uitblijven van een startschot zorgde ervoor dat een aantal teams de zenuwen niet in bedwang konden houden. Zodra de eerste banden vooruit rolden, ging bij ons dus ook het licht op groen, de race was begonnen.
Billy navigeerde ons snel de stad uit. De lucht werd steeds grauwer en bij Uithoorn moesten de regenjacks aangetrokken worden om de eerste druppels op te vangen. Het zag er slecht uit, vanuit de ploegleiderswagen hoorden wij dat het weeralarm voor Nederland al had geklonken. Wij zijn er snel onderdoor gefietst, want na een paar minuten was het voorgoed droog. Daarna werden de Zuid-Hollandse plaatsen snel aan elkaar geregen. De ploegleiderswagen had grote moeite om ons langs de fietspaden te volgen. Via de ‘oortjes’ namen zij kennis van onze positie en af en toe kon er gezwaaid worden, om vervolgens in België weer aan te haken.
In de grensplaats Braken mochten de eerste bakjes pastasalade open, een ware verassing. Bij onze ploegleiding was die ochtend een conflict in de keuken ontstaan. Zou het pastasalade met gerookte kip en bladspinazie of rulgebakken gehakt met brie worden? Ze kwamen er niet uit en besloten een onderlinge competitie te houden, met ons als testgroep. Riskant, maar wel lekker. De keus viel uiteindelijk op de gerookte kip van Anja, de toon in de auto was in ieder geval gezet. Wij concentreerde ons op het fietsen, het ging zo goed dat we nauwelijks tijd hadden om te bevatten dat we gewoon op onze eigen racefiets door grote steden als Antwerpen en Brussel fietsten. Toen kwam Soignies op de borden, de pauze plaats bij uitstek voor gesoigneerde wielrenners.
In Frankrijk begonnen de hoogte verschillen merkbaar te worden. Billy had overdag zijn werk op kop gedaan en ik was al een tijdje bezig met de nachtdienst. De D932 boezemt nog steeds angst in bij alle deelnemende koppels, eindeloos lang op en af en de enige tekens van leven werden afgegeven door blaffende honden. Dan opeens is er letterlijk licht in de duisternis, ik keek achterom en zag dat de eerste tekenen van zonsopkomst zich aandienden. Minstens een uur eerder dan verwacht, een flinke opsteker. Dit was wel nodig, want de beklimmingen werden steeds langer, iedere keer moest ik Billy vertellen dat dit wel zo’n beetje de laatste zou zijn en dat daarna de afdaling naar Parijs zou beginnen. De wens was de vader van de gedachte, maar het tegendeel bleek waar. Na een ontbijtstop in Saint Quentin werd er doorgekoerst naar Ribécourt, op zo’n honderd kilometer van de meet werd de laatste pauze gehouden. De beenstukken konden uit en met een nieuw laagje zonnebrand kon er aan de laatste etappe begonnen worden.
Wat mij betreft de zwaarste etappe. Het klimmen werd steeds zwaarder. In het bos van Compiègne kregen we de langste klim van de ronde voorgeschoteld. Ik pakte nog overtuigend de punten voor de bolletjestrui, maar daarna was het gedaan. Billy was in de tussentijd aan een wederopstanding begonnen die zou ontbranden in Chantilly, door ons omgedoopt tot de finale van Milaan-San Remo, vanwege de klim tussen de smalle straatjes met witte muren. Mijn bordje was helemaal leeg, en het gas werd volledig opengedraaid. In elk dal riep Billy mij toe dat we op de volgende heuvel de Eiffeltoren zouden kunnen zien, een reeds beproefde strategie.
25 kilometer voor Parijs was er nog geen Eiffeltoren te bekennen, maar toch tijd om Leonie van SKITS even te bellen om te vertellen dat we eraan komen en om te vragen of er misschien nog voor de overwinning gesprint kon worden. Dit hoefde niet meer, maar zonder informatie over het team in derde positie, wisten wij dat we er vol voor moesten gaan om het zilver veilig te stellen. Bij het Stade de France in Saint Denis, konden we de eerste glimp van de Eiffeltoren opvangen. Na veel zigzaggen en manoeuvreren tussen stilstaand verkeer, kwamen we hem een half uur later weer tegen. Slechts één eenrichtingsweg scheidde ons van de eindstreep. Uiteraard eenrichtingsverkeer in de verkeerde richting. Hier probeerde wij ons aan te ontrekken, maar een oplettende gendarme floot ons terug. Na een korte omleiding vonden wij uiteindelijk het finishdoek onder de Eiffeltoren. In een tijd van 24 uur en 50 minuten.
De eerste gedachte, dit nooit meer. Dat maakt al snel plaats voor een ongekend gevoel van voldoening. Nu enkele weken later hebben we zelfs al wat verbeterpunten geïdentificeerd, waar dit toe gaat leiden is nog niet bekend.